Column: Koningschap in dienstbaarheid

Door B. van de Mortel, pastoor

Terwijl overal al de eerste kerstlichtjes worden opgehangen zijn wij in de Kerk nog bezig met de laatste weken van het kerkelijke jaar. Ook in de Kerk gaat men knallend het jaar uit, maar dan in figuurlijke zin. Het afsluitende Oudejaarsfeest is daarbij het hoogfeest van Christus, Koning van het heelal. Dat klinkt misschien romantisch; Jezus als een machtige koning op een troon, maar het gaat eigenlijk om de hoop dat op het einde alles goed komt; dat op het einde Christus als het ware de rode knop indrukt en alles stil zet; de wereld lijkt maar verder te razen; oorlogen, crisissen en ellendes van groot tot klein. Tot het moment daar is dat het genoeg is.

In de kerkelijke gebeden bidt men in die laatste week na Christus Koning iedere dag de oude Middeleeuwse hymne: Dies irae die vroeger in de uitvaartliturgie gezongen werd. Op Youtube en Spotify vindt je mooie muzikale weergaves van deze tekstueel wellicht onheilspellende hymne. Aangezien men tegenwoordig zo goed kan griezelen met Halloween zal deze tekst voor de meesten allesbehalve angstaanjagend zijn.

Toch laat de hymne ons een wellicht een minder charmant beeld van Christus Koning zien, maar niet minder reëel voor de christelijke geloofsovertuiging. De tweede strofe zegt bijvoorbeeld: Dag van schrik, die aan zal breken, als de Rechter recht zal spreken en het kwaad op aarde wreken. En toch…, heeft de wereld, heeft de mens geen behoefte aan uiteindelijke rechtvaardigheid na zoveel onrecht op zoveel plaatsen en tijden te hebben meegemaakt?

Rechtvaardigheid gaat echter in het christelijke perspectief ook altijd samen met barmhartigheid. Het besef dat er naast het aanklagen van de ellende en de roep om rechtvaardigheid er ook bij de mens de vraag naar vergeving kan opwellen wanneer men werkelijk tot inzicht is gekomen. Ook mildheid en barmhartigheid zijn een aspect van Christus’ koningschap zoals wij dat toch ook weer terug vinden in die oude Middeleeuwse hymne: Koning ontzagwekkend tronend, en toch mild de schuld verschonend, red mij, mij uw trouw betonend.

Het laat zien dat vergeving, heling en verlossing niet zelf bereikt kan worden, maar eigenlijk aan ons geschonken wordt door de trouw van een milde koning; Koning Christus die dienstbaar is en juist ons reddend tegemoet wil komen: Jezus, heb toch medelijden, denk, hoe Gij voor mij moest lijden. Sta mij op die dag terzijde. De hymne spreekt aldus de hoop uit dat Hij ons bijstaat. Onze Koning, is aldus een dienende koning die ons op de uiteindelijke dag, maar toch vooral op iedere dag van ons leven wil toegelaten worden in ons hart om op die manier nu en op het einde te heersen en alles ten goede te keren.