Meerdaagse bedevaart naar Beauraing, België
N.B.C. Pro Maria afdeling bisdom Den Bosch heeft een vierdaagse bedevaart met extra zorg naar het Belgische bedevaartplaatsje Beauraing met begeleiding van een priester. Er is goede medische begeleiding aanwezig. Aan deze bedevaart kunnen ouderen, zieken, gehandicapten, en gezonde pelgrims deelnemen.
De bedevaart van 25 t/m 28 mei 2024 heeft de opstapplaatsen Mill, Helmond (bij voldoende pelgrims) en Eersel.
Programma: dagelijks H. Mis, rozenhoedje, DVD over Beauraing, lof en de persoonlijke zegen met het H. Sacrament, gezellige ontspanningsavonden, vespers en Mariawake met handoplegging. Ook kunt u op eigen gelegenheid het heiligdom verkennen, het Mariaal museum bezoeken en de graven van de zieners bezoeken. Stille aanbidding is dagelijks mogelijk vanaf 14.00 uur in de kapel. Het accueil waar we verblijven, naast de tuin der verschijningen, heeft kamers voor 1 of 2 personen. Inschrijving tot deelname is mogelijk tot zes weken voor de bedevaart. Bij de reissom zijn inbegrepen de heen- en terugreis van de centrale opstapplaats naar Beauraing, volledig pension, een ongevallen/ziekte- en reisverzekering, bijdrage om verblijf en vervoer voor vrijwilligers van het zorgteam te betalen. Reissom vanaf € 340,- p.p..
Beauraing is een bedevaartplaatsje aan de rand van de Belgische Ardennen. In een meidoornstruik verscheen Maria vanaf 29 november 1932, 33 maal aan 5 kinderen. Maria, de moeder met het Gouden Hart, vroeg om gebed en beloofde aan zieken en bedroefden hulp en troost. Beauraing is rust, vrede en zorg voor elkaar. “Dat men hier op bedevaart kome.” Het is een uitdrukkelijke wens van de Heilige Maagd met het Gouden Hart.
Meer inlichtingen bij dhr Slits, Kapelstraat 3, 5298 CT Liempde, 06-21547951 of dhr H. Kuijs van het Secretariaat van de pelgrims: Westerveldlaan 6, 5345 EM Oss, 06-83255111, website http://nbcpromaria.weebly.com/ Opgave tot zes weken voor de bedevaart.
Kort verhaal van de verschijningen
Op 29 november 1932, omstreeks 18u, vraagt Meneer Voisin aan zijn kinderen Fernande (15 jaar) en Albert (11 jaar) om hun zus Gilberte (13 jaar) te gaan halen in het Pensionaat van de Zusters van de Christelijke Leer van Nancy. Onderweg nodigen de kinderen hun vriendinnen Andrée Degeimbre (14 jaar) en haar kleine zus Gilberte (9 jaar) uit om met hen mee te gaan. Wanneer Albert aan de voordeur van het pensionaat aangebeld heeft, draait hij zich om en bemerkt de Heilige Maagd die in de lucht wandelt, boven op de spoorwegbrug over de weg naar Rochefort. Zijn zus en hun vriendinnen geloven hem niet, maar als ze omkijken, zien ook zij de ” mooie dame”. Zuster Valéria komt de deur opendoen. De kinderen wijzen haar op de aanwezigheid van de Maagd. Geen geloof hechtend aan die “verzinsels”, gaat de non Gilberte halen in de studieruimte. Wanneer zij aan de voordeur komt, onwetend over wat er gebeurd is, ziet ook zij meteen de Heilige Maagd die in de lucht wandelt boven de brug. Verschrikt lopen de kinderen naar huis, afsprekend om de volgende dag op hetzelfde uur weer Gilberte te komen afhalen. De 30ste verschijnt de Heilige Maagd opnieuw boven de brug; hetzelfde op 1 december, maar ze verdwijnt om weer opnieuw op te duiken aan de hulststruik (rechts van het huidige podium), ze verdwijnt opnieuw; dan toont ze zich onder een tak van de meidoorn, vlak bij de ingangspoort van de tuin.
Het is daar dat Maria zich nog een dertigtal keren zal laten zien, tot 3 januari 1933. Ze is gekleed in een lang wit kleed, met plaatselijk lichte blauwe schijnen. Haar hoofd is bedekt door een lange witte sluier die over haar schouders valt. Vanuit haar hoofd vertrekken fijne lichtstralen die net een kroon vormen. Maria houdt gewoonlijk haar handen gevouwen en glimlacht. Vanaf 29 december bemerken de kinderen tussen de geopende armen een afscheidsteken, haar oplichtend hart, alsof het een hart van goud is. Vanwaar de naam Onze-Lieve-Vrouw van Beauraing: de Maagd met het gouden hart. De tweede december, op de vraag van de kinderen “Wat wilt U van ons ?”, spreekt Maria voor de eerste maal : “Dat jullie braaf zijn”. Dan ’s avonds, bij een nieuwe verschijning: “Is het waar dat jullie steeds braaf zullen zijn?” Op 8 december vallen de kinderen in extase gedurende een kwartier.
“Ze was mooier dan ooit tevoren!” De 17de vraagt Maria “een kapel”. De 21ste, op de vraag:”Zeg ons wie U bent”, noemt Maria zichzelf: “Ik ben de Onbevlekte Maagd”. De 23ste: “Waarom komt U hier?” – “Opdat men hier op bedevaart zou komen!” Vanaf 30 december openbaart Maria de kern van haar boodschap: de 30ste: “Bidt, bidt veel”, de 1ste januari: “Bidt altijd”. De 3de januari vertrouwt Maria een geheim toe aan de drie jongsten. Ze belooft: “Ik zal de zondaars bekeren.” Ze noemt zich opnieuw: “Ik ben de Moeder van God, de Koningin van de hemelen”. Ze vraagt: “Houden jullie van mijn Zoon? Houden jullie van mij?” “Offer u dan op voor mij”. “Vaarwel.”.
Twee genezingen zijn erkend als miraculeus. De verering is toegelaten sinds 2 februari 1943. De authenticiteit van de feiten is erkend op 2 juli 1949, door Monseigneur Charue, de toenmalige bisschop van Namur.