Aswoensdag

U zult misschien wel denken; Carnaval is nog niets eens voorbij en de kapelaan begint al over Aswoensdag. Laat ik eens aansluiten bij de winkeliers die tegenwoordig ook ruim op tijd zijn in het aanprijzen van hun goederen. De paaseieren liggen immers al een geruime tijd in de winkels. Waarom dan niet al over Aswoensdag beginnen? Eigenlijk is het helemaal niet zo vreemd. De kalender van de oosterse kerken en ook de klassieke kalender van onze westerse Kerk hebben voor Aswoensdag een periode die men “voorvasten” noemt. De oudere lezers kunnen die drie zondagen misschien nog herinneren: Septuagesima, Sexagesima, en Quinquagesima genoemd. De voorvasten was niet een periode om de snoeptrommel of het biervat al op te ruimen, anders was het ontstaan van Carnaval ook niet echt mogelijk geweest. De voorvasten was en is voor degenen die het nog beleven een periode van voorbereiding op de grote veertigdaagse vastenperiode, Quadragesima voor de Latijnen onder ons. Aswoensdag is de woensdag voorafgaand aan zondag Quadragesima waarop men eigenlijk al begint met de veertigdaagse om de veertig dagen ook echt veertig dagen te laten zijn. Een katholiek vast immers niet op zondag, het moet wel gezellig blijven. Aswoensdag is eigenlijk het dramatische begin. Het strooien van as over de hoofden oftewel het tekenen van een askruisje op het voorhoofd. Het is eigenlijk bewust een nieuw begin maken. Ons toeleggen op onze zoektocht naar God door alle drukte, welvaart en overvloed wat te milderen. As lijkt misschien een wat grauw middel om onze band met God te revitaliseren, maar we weten het; uit as komt nieuw leven. De as van Aswoensdag is van verbrande palmtakjes. Takjes die verwijzen naar het aanbrekende paasfeest, naar het binnenhalen van Christus die door zijn dood en verrijzenis verlossing bewerkt en ook ons geestelijk leven kan vernieuwen.