Woorden kunnen genezen en doden
4 mei herdenken we onze oorlogsslachtoffers. We kijken als land naar oorlogsgeweld, voor zover we dat kunnen. Clemantine Wamariya raakte mij daarbij. Clemantine overleefde in 1994 de genocide in Rwanda. Ze was 6 jaar toen landgenoten in honderd dagen 800 duizend (!) andere landgenoten doodden. Het ging hierbij niet om religie, maar om afkomst. Haar ouders brachten haar en haar zus Claire onder bij hun grootmoeder. Vandaar vluchtten de meisjes door 7 Afrikaanse landen om uiteindelijk vanuit een vluchtelingenkamp in Burundi in de Verenigde Staten asiel te vinden.
Wamariya waarschuwt ons voor woorden en etiketten. ‘Etiketten zijn prima voor voedsel, voor zout, peper en medicijnen’, zegt ze. ‘Maar ergens in de geschiedenis van de mensheid zijn we etiketten gaan gebruiken om elkáár te beschrijven. Toen is het fout gegaan.’ ‘Ik wil ook niet vastzitten aan woorden als ‘vluchteling’, ‘slachtoffer’ of ‘genocide-overlever’, anders blijf ik vastzitten in de toestand waarvoor ze staan. Woorden kunnen genezen en doden. En soms kunnen woorden helemaal niets uitrichten. Als ik terugdenk aan de oceaan van duizenden blauwe tenten in het vluchtelingenkamp onder de zon in Burundi, dan heb ik daar geen woorden voor. Ik zeg liever: mijn angst is blauw.’
In één van de Paasverhalen loopt de verrezen Jezus samen met zijn leerling Petrus langs het meer. Jezus is een gruwelijke dood gestorven. Petrus die zijn leven voor Jezus had willen geven, heeft in plaats daarvan drie keer ontkend dat hij Jezus kent. Petrus heeft geen woorden. Jezus vraagt drie keer aan Petrus: ‘Houd je van mij?’ Petrus antwoordt drie keer: ‘Ja Heer, u weet ik toch dat ik van u houd.’ De derde keer begint Petrus te huilen. Drie keer vervolgens vertrouwt Jezus aan Petrus die grote opdracht toe: ‘Weid mijn schapen.’ Hersteld, bevrijd en bemoedigd kan Petrus de draad weer oppakken. Jezus’ genezende woorden zijn ook voor ons bedoeld. Laten we ze niet vergeten.
Manon van den Broek